Draagbare blusmiddelen (zoals brandblussers) zijn ingedeeld op basis van de brandklassen waarvoor ze geschikt zijn. Elke brandklasse verwijst naar een bepaald soort brandstof of materiaal dat in brand staat. Hier zijn de verschillende brandklassen zoals ze in Europa worden gebruikt:
π₯ Brandklassen en hun betekenis
Brandklasse | Type brand | Voorbeelden |
---|---|---|
A | Vaste stoffen | Hout, papier, textiel, kunststoffen |
B | Vloeistoffen en smeltbare vaste stoffen | Benzine, olie, verf, alcohol |
C | Gassen | Propaan, butaan, aardgas |
D | Metaalbranden | Magnesium, aluminium, natrium |
F | Vet- en oliebranden in keukens | Frituurvet, bakolie (vooral in horeca en keukens) |
(E) | Niet officieel: Elektrische installaties | Wordt vaak apart vermeld, maar bestaat officieel niet |
Β
β οΈ Let op: Brandklasse E wordt niet meer als officiΓ«le klasse erkend, maar elektrische apparatuur vraagt wel om specifieke blusmiddelen (zoals COβ).
Β
Type blusmiddel | A | B | C | D | F | Op elektra |
---|---|---|---|---|---|---|
Poederblusser | β | β | β | β | β | β |
Schuimblusser (AFFF) | β | β | β | β | β | Beperkt (kan geleiden) |
COβ-blusser | β | β | β | β | β | β |
Vetblusser (natte nevel) | β | β | β | β | β | Beperkt |
Metalen blusmiddel (D) | β | β | β | β | β | β |