🔥 Controles van brandmeldinstallaties:

1. Opleveringscontrole / Eerste inspectie:

   • Na installatie van de brandmeldinstallatie moet deze gecontroleerd worden op correcte werking en of het systeem voldoet aan het Programma van Eisen (PvE).

   • Wordt vaak uitgevoerd door een gecertificeerde inspectie-instelling (zoals een RvA-geaccrediteerde instantie).

2. Periodieke controle (onderhoud):

   • Minimaal jaarlijks onderhoud is verplicht.

   • Moet worden uitgevoerd volgens NEN 2654-1 (voor automatische installaties) of NEN 2654-2 (voor ontruimingsalarminstallaties).

   • Onderhoud omvat functionele testen van meldergroepen, doormelding, voeding, accu’s, enz.

3. Maandelijkse controle (visuele inspectie):

   • Door de gebruiker/beheerder van het gebouw (beheerder BMI).

   • Controleren of de installatie nog in bedrijf is, geen storingen aangeeft, melderposten bereikbaar zijn, etc.

4. Inspectiecertificaat brandmeldinstallatie (indien vereist):

   • Voor gebouwen met verhoogd risico of wanneer de brandweer of verzekeraar dit eist.

   • Wordt uitgevoerd volgens het CCV-inspectieschema Brandmeldinstallaties.

   • Certificaat is vaak 3 jaar geldig, met tussentijdse jaarlijkse inspecties.

📘 Belangrijke normen en documenten:

• NEN 2535 – Eisen voor brandmeldinstallaties (ontwerp/installatie)

• NEN 2575 – Eisen voor ontruimingsalarminstallaties

• NEN 2654-1 & -2 – Onderhoud en beheer

• CCV-inspectieschema – Voor het verkrijgen van inspectiecertificaten